Medicatie en borstvoeding
Wie borstvoeding geeft krijgt vaak onterecht te horen dat de borstvoeding moet gestaakt worden om bepaalde medicatie te kunnen gebruiken of dat het middel van keuze niet te combineren is met borstvoeding.
LLL-medewerkers kunnen de juiste informatie opzoeken, ook voor een hulpverlener. Medewerkers beschikken over up-to-date wetenschappelijke gegevens over de compatibiliteit van medicatie en borstvoeding. Deze informatie kan dan eventueel ook meegenomen worden naar het gesprek met de arts. Artsen kunnen op basis van deze wetenschappelijke informatie dan een gefundeerde beslissing nemen over de behandeling van hun patiënt. Bij vrij verkrijgbare medicatie kan er zelf een beslissing genomen worden op basis van de wetenschappelijke informatie.
Over medicatie tijdens medische beeldvorming vind je meer informatie hier.
De bijsluiter
In eerste instantie kan de bijsluiter bekeken worden. In de bijsluiter staat steeds vermeld of je de medicatie tijdens de zwangerschap en borstvoedingsperiode mag gebruiken of niet. De huidige regelgeving is bijzonder voorzichtig wat de veiligheid van medicatie betreft. Als in de bijsluiter vermeld staat dat het gebruikt mag worden tijdens de borstvoedingsperiode, hoef je je geen zorgen te maken. Deze medicatie is dan uitvoerig getest op bijwerkingen tijdens de borstvoedingsperiode. Sommige bijsluiters vermelden dat je de medicatie alleen na overleg met je arts mag gebruiken. Je arts kan je dan verder informeren over de mogelijke effecten op je kindje of je melkproductie.
Bij de meeste medicatie zal je in de bijsluiter echter lezen dat je het middel niet tijdens de borstvoedingsperiode mag gebruiken. De huidige regelgeving laat het niet toe om geneesmiddelen tijdens de borstvoedingsperiode ‘veilig’ te noemen als dit niet uitvoerig getest is. Veel producenten starten zelf geen onderzoek naar de mogelijkheid om medicatie te combineren met borstvoeding omdat deze studies duur en heel moeilijk uitvoerbaar zijn. Borstvoedende patiënten zijn ook maar een heel kleine groep van potentiële gebruikers.
Let wel, compatibiliteit tijdens zwangerschap en tijdens borstvoeding kun je niet vergelijken. Medicatie die schadelijk is tijdens de zwangerschap, kan wél veilig zijn tijdens de borstvoedingsperiode. Andersom kan het ook, dus vraag het altijd na. Ook hoe ‘zwaar’ medicatie is, is geen indicatie voor de compatibiliteit. Niet alle vrij verkrijgbare medicatie is veilig en niet alle medicatie die een groot effect op het eigen lichaam heeft, is daarom meteen onveilig voor de baby. Sommige groepen van geneesmiddelen geven soms een ongemakkelijk gevoel, de gedachte dat ze bij de baby terecht zouden kunnen komen. Maar toch kunnen ze veilig zijn, denk maar aan bepaalde antidepressiva.
Basis van aanbevelingen in de literatuur
Om een afweging te maken of bepaalde medicatie veilig is tijdens de borstvoedingsperiode zijn er een aantal aandachtspunten:
- De dosis die genomen moet worden
- De toedieningswijze, dus intraveneus, oraal, op de huid, via slijmvliezen, enz.
- De hoeveelheid die in het eigen bloed terecht komt. Intraveneus toegediende medicatie is vaak meteen beschikbaar in het eigen bloed. Bij het andere uiterste, het aanbrengen van medicatie op de huid zoals crèmes, komt er in de meeste gevallen geen tot weinig medicatie daadwerkelijk terecht in het eigen bloed. Ook een plaatselijke verdoving blijft heel lokaal.
- De hoeveelheid actief bestanddeel van de medicatie die daadwerkelijk in de melk terecht komt. Naast de bloed-hersenbarrière, bestaat er ook een bloed-melkbarrière. Moleculen die wél in de melk terecht kunnen komen zijn klein en vetoplosbaar. Een voorbeeld is alcohol. Andere moleculen gebruiken speciale transporteiwitten om in de melk over te kunnen gaan.
- Hoe lang de medicatie in de melk aanwezig blijft. Medicatie heeft een halfwaardetijd en een piektijd, die waarden geven aan hoe lang het duurt voordat de dosis is gehalveerd en wanneer de dosering maximaal is. Medicatie met een korte halfwaardetijd heeft de voorkeur.
- De leeftijd van de baby. De bloed-melkbarrière is gedurende de eerste vier dagen na de geboorte nog niet afgesloten waardoor meer stoffen uit het bloed in de melk terecht komen. Dit is echter vaak geen probleem omdat het kindje maar heel kleine hoeveelheden melk, het colostrum, binnenkrijgt. Medicatie heeft op kinderen ouder dan 6 of 12 maanden minder effect omdat een kind dan per kilo lichaamsgewicht minder melk drinkt en de lever en nieren rijper zijn.
- De conditie van het kind. Is het kind gezond of heeft het bijvoorbeeld lever- of nieraandoeningen? Werd de baby prematuur geboren?
- De hoeveelheid die het kindje opneemt uit de melk. Veel medicatie die bijvoorbeeld intraveneus moet worden toegediend, wordt maar slecht oraal opgenomen en belandt dan ook vaak onbenut in de luier van de baby.
- De hoeveelheid die daadwerkelijk in het bloed van het kindje terecht komt, ook de kindsdosis genoemd.
- Het mogelijke effect van de medicatie op de baby. Als het geneesmiddel ook bestaat voor jonge kinderen, dan is een kleine dosis via de melk meestal niet schadelijk voor het kind.
- Het effect op de melkproductie. Bepaalde stoffen kunnen productieverminderend werken en andere juist productieverhogend. Afhankelijk van de nood aan een geneesmiddel en hoe lang en vaak je borstvoeding geeft kan hier een afweging worden gemaakt.
Nodige gegevens
Om een inschatting te maken voor de compatibiliteit met borstvoeding zijn de volgende gegevens nodig:
- Naam van het geneesmiddel.
- Naam van de werkzame stof. Deze staat meestal op de verpakking en je vindt hem zeker in de bijsluiter bij de inhoudsstoffen. Een stofnaam is ongeveer dezelfde over de hele wereld. De naam van het geneesmiddel kan in elk land anders zijn.
- De dosis en het aantal keren dat je het middel per dag moet gebruiken.
- De vorm van toediening, dus tabletten, neusspray, injectie, enz.
- De (verwachte) duur van de behandeling.
- De leeftijd van je baby.
- Het gewicht van je baby.
- Of je baby voldragen geboren werd of hoeveel weken hij prematuur geboren werd.
- Mogelijke hoeveelheid bijvoeding (vaste voeding, kunstvoeding).
Soms zijn er alternatieven die je met je arts kunt bespreken. Indien er echt geen alternatieve middelen bestaan, dan kan de behandeling eventueel uitgesteld worden of zal de borstvoeding voor bepaalde duur onderbroken moeten worden. Als je baby maar tijdelijk niet bij je mag drinken, dan kan je de productie door afkolven op peil houden. De afgekolfde melk mag je dan uiteraard niet gebruiken. Soms zijn de mogelijke nadelen die een baby door een medicatie kan ondervinden, veel kleiner dan de nadelen die de baby zou hebben door geen borstvoeding meer te krijgen. Ook kan het soms mogelijk zijn om een tijdje na de toediening geen borstvoeding te geven. Dit hangt van de halfwaardetijd van een geneesmiddel af. Een individuele afweging kun je samen met je behandelende arts maken.
Heb je voor een chronische ziekte langdurig medicatie nodig, dan kan je al tijdens je zwangerschap de nodige informatie opzoeken. Samen met je arts kan je zo rustig en op tijd een beslissing nemen. In noodgevallen gaat echter je gezondheid voor. Afkolven en de melk weggieten kan dan de meest veilige, voorlopige oplossing zijn. Zo hou je je productie op peil en kan je nadien je kindje terug de borst aanbieden. Het is, voor je kindje, in de tussentijd uiteraard belangrijk om aangepaste melkvoeding te krijgen.
Inentingen
De meeste inentingen – zoals difterie, tetanus, polio, kinkhoest, hepatitis A en B, griep, HPV, bof, mazelen, rode hond – zijn op dit moment compatibel met borstvoeding. Een uitzondering is bijvoorbeeld gele koorts, dit vaccin kan niet veilig worden gegeven wanneer iemand borstvoeding geeft.
Ook de Mantoux test (TBC-screening) kan worden gedaan tijdens de borstvoedingsperiode.
Homeopathie en kruiden
Naast de klassieke geneesmiddelen kun je ook nog kruiden en geneesmiddelen in homeopathische vorm gebruiken. Echte homeopathische middelen zijn doorgaans combineerbaar gezien de middelen op zulke manier verdund worden dat de dosis werkzame stof héél erg laag ligt.
Kruiden, bijvoorbeeld salie of grote hoeveelheden pepermunt, daarentegen kunnen wél een effect op de baby of op de melkproductie hebben. Let op: tegenwoordig worden kruidenbereidingen vaak onder de noemer homeopathie verkocht. Deze middelen zijn mogelijk niet veilig. Ook kruiden moeten nagekeken worden op compatibiliteit met borstvoeding. De productinformatie op kruidenpreparaten is vaak ontoereikend en kan zelfs regionaal verschillen. Kruidenthee is vaak veilig als er maar 1 tot 2 koppen per dag gedronken worden. Een uitzondering hierop is bijvoorbeeld salie. Voor meer info over salie kan je terecht bij een LLL-medewerker. Kruiden in de keuken zijn meestal veilig.
Kruiden voor medicinaal gebruik moet je ook altijd aan je behandelende arts vermelden. Ook hier kan een LLL-medewerker of een herboriste de compatibiliteit met borstvoeding opzoeken.
Hulp
Soms ontbreekt het een arts aan de nodige informatie. Een LLL-medewerker kan voor je opzoeken of een bepaald geneesmiddel veilig is tijdens de borstvoedingsperiode. Je arts of apotheker heeft ook de mogelijkheid om zelf naar embryotox (zie referenties) te bellen voor informatie.
Verder lezen:
Medische beeldvorming tijdens de borstvoedingsperiode
Bronnen:
- Hale Publishing, Medications & Mother’s Milk, 2014
- Pharmakovigilanz – und Beratungszentrum für Embryonaltoxikologie der Charité-Universitätsmedizin Berlin (embryotox.de)
- http://www.e-lactancia.org/
- http://www.drjen4kids.com/med%20transport%20into%20milk.htm#.Vu_dNR_Jxgc
- http://www.infantrisk.com/
- C. Sachs and Committee on drugs, The transfer of drugs and therapeutics into human breast milk: an update on selected topics, American Academy of Pediatrics, doi:10.1542/peds.2013-1985, 2013.
© 2016-2018, Antje Fitzner | La Leche League België-Vlaanderen vzw