Te weinig melk
Soms zou je kunnen twijfelen of je wel genoeg melk voor je kindje hebt. Niet zelden is het ook de omgeving die deze vraag aan jou stelt en je zo laat twijfelen. Soms kan het dat de productie niet goed op gang komt of dat ze terugloopt.
Het is echter belangrijk om de oorzaak te achterhalen:
- Drinkt mijn kindje niet goed aan de borst en heb ik hierdoor te weinig melk?
- Produceer ik niet genoeg melk waardoor mijn kindje niet genoeg moedermelk kan krijgen?
Hoe weet je dan of je voldoende melk hebt voor je kindje? En wat kun je eraan doen om je productie (weer) goed op gang te brengen?
Hoe weet je dat je kindje genoeg melk binnenkrijgt?
Groeicurven zijn een handig middel om na te gaan of je baby voldoende melk drinkt. De groei maakt deel uit van de algemene ontwikkeling van je baby. Het is niet zozeer belangrijk op welk percentiel je baby zit, het is vooral belangrijk dat je baby deze curve redelijk goed blijft volgen. Daalt of stijgt een baby sterk in de curven, dan is het zinvol de gewichtsontwikkeling in het oog te houden.
Indien het om meer dan een tijdelijke schommeling gaat, kun je proberen te achterhalen wat de reden hiervan is.
Om de groei van je baby zelf op te volgen, kan je de WHO-curves raadplegen. Ze geven de ideale ontwikkeling van kinderen weer en zijn gebaseerd op borstgevoede kinderen. De curves om te printen kun je hier vinden: http://www.who.int/childgrowth/standards/en/
Ook sommige apps op je gsm bieden de mogelijkheid om de curves van de WHO te gebruiken. Je kan altijd bellen met een LLL-medewerker indien je het interpreteren van de curve lastig vindt of je nog steeds onzeker bent.
Hoe vaak wegen is afhankelijk van de leeftijd. In de eerste week weeg je dagelijks, wat normaal door de vroedvrouw wordt gedaan. Erna weeg je om de 2 á 5 dagen tot dat het geboortegewicht is bereikt. Tot de leeftijd van 2 maanden is om de 2 weken wegen voldoende en erna ongeveer maandelijks. Normaal gesproken is bij een goed bijkomend kind de weegmomenten bij de vroedvrouw en het consultatiebureau voldoende.
Als je kind niet goed bij komt, weeg je vaker totdat alles weer goed op pijl is: wekelijks of zelfs 2 keer per week.
Het aantal plas- en stoelgangluiers geven vaak ook een indicatie: algemeen wordt aangenomen dat een baby die voldoende voeding heeft binnengekregen, 6 tot 8 flink natte katoenen luiers of 4-6 wegwerpluiers per etmaal (24u), met geur- en kleurloze urine produceert.
Het aantal stoelgangluiers verschilt met de leeftijd van de baby. De eerste dagen na de bevalling krijgt de baby alleen colostrum. Colostrum is een zeer geconcentreerde voeding met relatief weinig water, maar met veel voedingsstoffen en beschermende stoffen. Deze stoffen bereiden de darmen voor op voedselopname. De eerste dagen heeft een baby meestal één stoelgangluier per dag oud (dus 1 op de eerste dag, 2 op de tweede dag, …). Na ongeveer vier dagen is het meconium normaal gezien volledig uitgescheiden. Hierna tot de leeftijd van 6 tot 8 weken heeft een baby idealiter meerdere keren per dag ontlasting. Pas later hebben sommige borstgevoede baby’s nog maar één ontlasting om de paar dagen.
Alleen indien je baby uitsluitend borstvoeding krijgt, is het zinvol naar de luiers te kijken.
Een goed gevoede baby maakt een gezonde algemene indruk. Als je baby veel huilt en onrustig is, of juist heel slaperig, dan kan dit op onvoldoende melktoevoer wijzen. Bij tekenen van uitdroging of bij een apathisch kindje is het het veiligst om je kind te laten onderzoeken door je arts.
Wat geeft NIET aan dat je een tekort aan melk hebt?
- In de eerste dagen erg weinig melk produceren: de eerste dagen maakt je lichaam kleine hoeveelheden colostrum aan. Pas na enkele dagen, na het op gang komen van de melkproductie, maak je rijpe melk aan in grotere hoeveelheden. Het is geheel normaal dat je kindje de eerste dagen voldoende heeft aan de kleine hoeveelheid colostrum. Afvallen in de eerste dagen na de geboorte is ook normaal tot ongeveer 7% van het geboortegewicht. Na ongeveer 10 dagen is het geboortegewicht meestal weer bereikt. Je vroedvrouw kan je hier meer over vertellen.
- Geen stuwing ervaren: enkele dagen na de bevalling begint de kraamstuwing. Stuwing kan je krijgen als de melkproductie op gang is gekomen en je borsten letterlijk bomvol zitten. Dit verdwijnt meestal vanzelf weer doordat vraag en aanbod zich op elkaar afstemmen. Het verdwijnen van de kraamstuwing is geheel normaal.
- Een erg onrustige baby, die permanent om voeding lijkt te vragen, betekent niet altijd dat er niet genoeg melk is. Baby’s kunnen ook om andere redenen onrustig zijn. Misschien heeft je baby het te warm of te koud, misschien verveelt je baby zich, heeft hij of zij pijn of is hij of zij eenzaam. Je mag je baby in ieder geval voeden. Huilt je kindje van de honger dan wordt de honger gestild, huilt je kindje omdat hij of zij verdriet heeft, dan biedt je borst troost. 10 tot 12 borstmomenten, of ook meer, zijn heel normaal voor een klein kindje. Veel kindjes zijn onrustig in de avonden en willen vaak een slokje. Dit is geheel normaal babygedrag. Misschien maakt je baby juist de regel- of hongerdagen door. Dit zijn tijden waar de baby gewoon meer voeding nodig heeft. Door meer voedingen te vragen, wordt je melkproductie automatisch verhoogd.
- Het terugkeren van de menstruatie heeft soms een negatief effect op de melkproductie. Vaker aanleggen helpt ook in dit geval en meestal gaat het na enkele dagen vanzelf weer beter.
- Een lage kolfopbrengst: afkolven geeft GEEN goed beeld van je melkproductie Een kindje kan de borst veel efficiënter legen dan een kolf. Als je goed kunt kolven, betekent het alleen maar dat je goed kunt kolven. Het is geen maat voor de hoeveelheid melk die je kindje binnenkrijgt.
Wat zijn de mogelijke redenen dat mijn baby niet genoeg melk binnen krijgt?
- Onvoldoende vaak voeden, of voeden “op schema”, kan ervoor zorgen dat een kindje niet genoeg melk binnenkrijgt. 10 tot 12 borstmomenten op 24u zijn in de eerste weken heel normaal.
- Een slechte drinktechniek kan ervoor zorgen dat een baby niet genoeg melk binnenkrijgt. Efficiënt drinken is even belangrijk als vaak drinken. Een anatomische afwijking, of het gebruik van een fopspeen of flessen, kan invloed hebben op de drinktechniek. In dit geval zal een verhoging van de melkproductie niet het gewenste effect hebben omdat het kindje de melk simpelweg niet goed uit de borst krijgt of te veel energie verbruikt om te drinken.
- Een kindje dat te vroeg is geboren, kan moeite hebben om voldoende melk uit de borsten te halen.
- Een ziekte, aandoening of afwijking kan ook als gevolg hebben dat het kindje niet genoeg melk krijgt door niet goed zuigen, zich niet lekker voelen of snel vermoeid geraken.
Wat zijn de oorzaken dat er niet genoeg melk aanmaakt wordt?
- Door ziekte of een langdurig en zeer ernstig tekort aan voeding kan het zijn dat de borsten niet voldoende melk produceren. Consulteer een arts als je dit vermoedt of als onderstaande maatregelen geen effect hebben.
- Anatomische bijzonderheden, zoals tubulaire borsten, kunnen een teken zijn dat er weinig melkklieren in de borsten aanwezig zijn. Dit komt echter zelden voor. Hiervoor kun je met hulp van een lactatiekundige of een LLL-medewerker naar de opties van bijvoeden kijken.
- Hormonale problemen, bijvoorbeeld met de schildklier, kunnen een verminderde melkproductie als gevolg hebben. Dit kan vaak snel door borstvoedingsvriendelijke medicatie verholpen worden.
- Een operatie in het verleden kan erop duiden dat melkkanalen en zenuwen doorgesneden werden waardoor borstvoeding moeilijk is. Zie hiervoor ook onze informatiebrochure in de winkel.
Hoe kun je je melkproductie verhogen?
Het belangrijkste is aanleggen, aanleggen en nog eens aanleggen! Voor een borstgevoed kind zijn 10 tot 12 voedingen per dag (24u) heel normaal. Een baby die niet voldoende bijkomt, kun je in de meeste gevallen beter doen bijkomen door vaker aan te leggen.
- Je kan beide borsten aanbieden per voeding, en zelfs elke borst verscheidene keren. Laat de baby aan elke borst zo lang mogelijk drinken en wissel van borst zodra het kindje lost of begint te sabbelen. Dit noemt men wisselvoeden.
- Borstcompressie kan helpen de melk makkelijker en sneller te laten stromen. Als de melk langzaam vloeit aan het eind van een voeding, hebben kindjes de neiging in slaap te vallen. Borstcompressie kan ervoor zorgen dat je kindje meer melk binnen krijgt. Lees hier hoe je borstcompressie kunt toepassen.
- Huid-op-huidcontact zorgt ervoor dat de melkproductie optimaal wordt gestimuleerd. Een kindje dat vlak bij de bron ligt zal in veel gevallen vaker (maar korter) willen drinken wat wederom de productie goed stimuleert. Soms is het beter om niet te tellen en te cocoonen voor 2 of 3 dagen: je installeert je dan samen met je kindje in bed met veel huid-op-huidcontact en je laat je baby zoveel mogelijk drinken.
- Is je kindje slaperig, dan kan je proberen hem of haar wakker te houden. Dit kun je doen door de voeten of het rugje te masseren, tegen je baby te praten, uit te kleden of te verschonen tussenin. Vraagt je baby niet zelf geregeld om een voeding, dan kan je hem of haar overdag minstens om de twee uur wakker maken. Nachtvoedingen zijn voor een baby die niet goed bijkomt, van groot belang.
- Inbakeren is geen goed idee bij baby’s die maar weinig voedingen nemen. Een ingebakerde baby kan niet goed signalen uit zijn omgeving ontvangen en heeft zelf ook moeite met signalen geven. Daardoor is het mogelijk dat de baby gedurende een lange periode niet voldoende wakker wordt, en dus één of zelfs meer voedingen overslaat.
- Het bijgeven van water of thee is niet zinvol. Beiden bevatten geen voedingswaarde en zorgen ervoor dat de baby minder aan de borst wil drinken.
- Je hebt ook van nature rustige baby’s die zonder grote porties melk te drinken en zonder fopspeen een lange tijd tussen de voedingen laten. Eigenlijk hebben deze baby’s vaker een voeding nodig, maar het lukt hen niet om dit tijdig duidelijk te maken. Zij behoren tot de groep kindjes die heel veel stimulans nodig hebben. Zonder jouw geur, je stem, je beweging en je ademhaling worden ze niet voldoende wakker. Ze worden misschien wel eventjes een beetje wakker maar zonder jouw lichamelijke nabijheid sukkelen ze snel weer in een diepe slaap. Soms kan zelfs een afstand van enkele meters al te veel zijn. Zo een rustige baby slaapt daarom beter heel dichtbij zodat je zelf voldoende stimulans kan geven. Overdag kan de baby misschien in een draagdoek en `s nachts slaapt je kindje best zo dicht mogelijk bij jou: in een bedje naast jou, een co-sleeper of samen in bed.
- Indien aanleggen geen optie is, bijvoorbeeld omdat je niet altijd met je baby samen bent of omdat de baby (nog) niet goed aan de borst kan drinken, dan kun je de melkproductie door vaak afkolven stimuleren. Als vaker aanleggen niet kan, kun je ervoor kiezen om af te kolven tussen 2 voedingen. https://lalecheleague.be/afkolven/
- Soms hoor je van speciale borstvoedingsthee, die de productie zou bevorderen. Sommigen hebben daarmee goede ervaringen, maar anderen voelen helemaal geen effect. Drink deze thee als je hem lekker vindt, maar niet omdat hij je productie zou kunnen verhogen. Hetzelfde geldt ook voor lactatie-koekjes.
- Er bestaan plantaardige galactogogen die de melkproductie kunnen bevorderen, maar ook deze doen geen wonderen. Dit zijn bijvoorbeeld geitenruit, shatavari, venkel, luzerne en fenegriek. Er bestaan medicijnen op recept die de melkproductie verhogen, maar, zoals iedere medicatie, heeft deze bijwerkingen en is enkel op voorschrift verkrijgbaar. Neem hiervoor contact op met je arts of lactatiekundige IBCLC.
- Indien je veel koffie drinkt of rookt, dan kan je proberen dit te verminderen. Sommige geneesmiddelen (bijvoorbeeld sommige anticonceptiemiddelen) kunnen de melkproductie negatief beïnvloeden, evenals een aantal kruiden zoals salie of grote hoeveelheden munt.
- Als je de baby vaker aanlegt, dan kan je de melkproductie in veel gevallen binnen de twee tot drie dagen gemakkelijk verhogen. Na een week zul je ook resultaten van je inspanningen zien op de weegschaal van je kindje.
In uitzonderlijke gevallen, zoals bij een borstoperatie of bij onvoldoende ontwikkeld melkklierweefsel, kan het zijn dat er echt niet voldoende melk voor de baby geproduceerd kan worden. Om uit te zoeken of dit bij jou het geval is, heb je deskundige begeleiding nodig. Neem contact op met een lactatiekundige IBCLC. Indien nodig zal ze je naar een arts doorverwijzen.
Ten alle tijden is het goed om het gewicht en de plas- en stoelgangluiers in de gaten te houden. Als je lactatiekundige of begeleidend arts het niet verder weet, laat je dan doorverwijzen. Er is bijna altijd iets dat je nog kunt proberen!
Bronnen:
La Leche League International, The Womanly Art of Breastfeeding, 8th edition, 2010.
La Leche League Schweiz, Das Handbuch für die stillende Mutter, 4. Ausgabe, 2016.Wambach and Riordan, Breastfeeding and Human Lactation, 5th edition, 2016.
WHO: https://www.who.int/nutrition/publications/infantfeeding/9789241597494/en/
© 2017-2018, Antje Fitzner | La Leche League België-Vlaanderen vzw