Reflux
Reflux en teruggeven bij borstvoeding
Bijna alle baby’s geven na de voeding wel eens een mondje terug. Dit is zeker geen ongewoon verschijnsel. De maagspier van de meeste baby’s is bij de geboorte nog niet voldoende ontwikkeld waardoor er al sneller wat melk terug naar de slokdarm vloeit.
Reflux
“Reflux” is vaak niet helemaal de correcte term voor het teruggeven van melk, omdat reflux in het Latijn eigenlijk “terugstromen” betekent. Bij reflux (officieel: gastro-oesofageale reflux) gaat het om het terugstromen van de maaginhoud (incl. maagzuur) naar de slokdarm. Teruggeven kan een gevolg hiervan zijn. Op zich betekent reflux dus uitsluitend het terugstromen van de maaginhoud naar de slokdarm. Het hoeft hierbij dus nier per se terug te vloeien tot in de mond.
Reflux kan dus ook voorkomen zonder teruggeven. Hiervoor wordt vaak de term “verborgen reflux” gebruikt.
Wanneer je baby frequent teruggeeft en/of erg oncomfortabel lijkt voor, tijdens of na de borstmomenten, zou het kunnen zijn dat er reflux in het spel is. Het is belangrijk om hier een correcte diagnose door de arts te laten vaststellen. Enkele symptomen die je baby dan zou kunnen hebben zijn:
- Frequent teruggeven, vaak met pijn.
- Kokhalzen, verslikken/stikken, hoesten, boeren of frequent hikken.
- Een adem die ruikt (stinkt).
- Oncomfortabel bij het liggen, slecht slapen.
- Buitensporig huilen, waarbij je kindje pijn lijkt te hebben.
- Slecht bijkomen, of zelfs afvallen terwijl je baby eerder wel goed bijkwam, niet goed gedijen.
- Problemen met drinken of slikken.
- Hees zijn, een constant verstopt neusje hebben, frequente oorontstekingen, chronisch hoesten.
- Groen of geel teruggeven, of zelfs met (wat) bloed.
- Overstrekken
- Problemen met ademhaling waaronder een piepende ademhaling, aspiratie, astma, apneu, bronchitis, longontsteking, blauw aanlopen.
- …
Hoeveelheid teruggeven
Natuurlijk is het als ouder niet leuk om te zien dat je baby last heeft van teruggeven. Af en toe lijkt het ook een zeer grote hoeveelheid, soms zelfs wel bijna een hele voeding, te zijn. Gelukkig is dat vaak niet het geval en gaat het in de meeste gevallen maar om een paar slokjes. Ben je erg onzeker over de hoeveelheid die je baby teruggeeft? Dan kun je misschien eens een vergelijking maken. Als je 50cc vloeistof over het aanrecht uitgiet, zul je zien dat het een behoorlijke plas is. Waarom 50cc? Omdat dit ongeveer de gemiddelde maaginhoud van een baby van 2-3w oud is. Vaak geven baby’s zo veel niet terug. Was het toch zo veel? Als het maar een enkele keer gebeurt, dan is dit niet zo erg. Het verteringsproces begint al tijdens de voeding, dus de baby heeft waarschijnlijk meer binnen gehouden dan je zou vermoeden en de baby zal waarschijnlijk later de schade weer inhalen. Blijft je kindje herhaaldelijk een heel grote hoeveelheid teruggeven, raadpleeg dan zeker je arts.
Blussen
Moedermelk is niet irriterend en verzacht de pijn in de slokdarm. Hierdoor willen baby’s die last hebben van teruggeven meestal vaker aan de borst. Hiermee blussen ze als het ware de pijn in de slokdarm. Drinken aan de borst werkt algemeen rustgevend en pijnstillend. Er wordt speeksel geproduceerd dat het maagzuur neutraliseert en de maag wordt ertoe aangezet het voedsel sneller naar de darmen af te geven. Dit is allemaal positief, echter kan het ook een nadeel hebben. Door het vaker aan de borst gaan, kan de melkproductie te veel gestimuleerd worden. Hierdoor krijgt de baby een grotere hoeveelheid melk binnen met mogelijk een sterkere toeschietreflex, waardoor je mogelijks in een vicieuze cirkel terecht komt. Het troosten met de meest lege borst kan hier een uitkomst bieden. Eventueel kan (onder begeleiding van een lactatiekundige) blokvoeden helpen (een bepaald aantal uur steeds dezelfde borst aanbieden en vervolgens een bepaald aantal uur de andere borst aanbieden). Je baby laten zuigen op een fopspeen kan ook verlichting geven. Geef de fopspeen echter nooit in plaats van een voeding om een voeding uit te stellen en liever niet in de eerste zes weken.
Over het algemeen gedijen de meeste baby’s het best op frequente, kleine voedingen. Hierdoor wordt de maag niet overbelast en komt de melk minder snel terug omhoog.
Minder vaak voeden om het maagje rust te gunnen werkt net tegengesteld: de baby zal hierbij steeds grote hoeveelheden drinken omdat hij anders te weinig melk binnenkrijgt. Hierdoor is het maagje (te) vol en zal de melk dus sneller terug omhoog komen. Slechts een enkele baby geeft de voorkeur aan minder vaak een grote voeding en krijgt juist klachten van vaker en kleinere hoeveelheden te drinken, maar dit is toch een uitzondering. Het is heel natuurlijk voor een mensenbaby om vaak kleine voedingen te nemen en tussen de voedingen (rechtop) gedragen te willen worden.
Medicatie
Als de slokdarm van je baby erg aangetast of ontstoken is, zal je arts misschien medicatie voorschrijven om de pijn in de slokdarm te verlichten. Alle medicatie voor reflux heeft echter invloed op de werking van de maag, en kan dus voor krampen zorgen omdat het voedsel minder bewerkt in de darmen terecht kan komen.
Het lijkt verstandig om de medicatie niet langer dan absoluut noodzakelijk toe te dienen. Het is dus heel belangrijk om te voorkomen dat je baby opnieuw last krijgt van een pijnlijke slokdarm.
Oorzaak
Het bestrijden van de symptomen van melk teruggeven (pijn) helpt enkel op korte termijn, maar neemt de reflux niet weg. Het is efficiënter om de oorzaak van het teruggeven te achterhalen en hiervoor een oplossing te zoeken.
De reden voor melk teruggeven zijn uiteenlopend. Hieronder worden er enkele mogelijkheden uiteengezet.
- Vaak gaat het om lucht die de baby heeft gehapt tijdens het drinken.
- Een sterke toeschietreflex kan in het spel zijn waardoor de baby de sterke melkstroom niet verwerkt krijgt en hierdoor lucht hapt. Is dit het geval, dan kun je de baby even loskoppelen wanneer je ziet dat je baby zich verslikt in de sterke melkstroom. Je kunt de melk dan even laten wegstromen en dan je baby weer aanleggen.
- Ga ook eens na of je baby goed aangelegd Dit verkleint de kans op overmatig lucht binnenkrijgen, waardoor de kans op teruggeven kleiner wordt. Fijne posities om te voeden zijn bijvoorbeeld achteroverleunend voeden of de madonnahouding. Hierbij ligt het hoofdje hoger dan de billen, waardoor de zwaartekracht meewerkt en de voeding moeilijker terug naar boven kan stromen.
- Er zijn ook baby’s die een te korte lip- of tongriem Hierdoor kunnen ze niet goed aanhappen. Dit zorgt vaak voor veelvuldig loslaten en terug aanhappen waarbij ze mogelijk luchthappen. Hierdoor kunnen ze ook refluxachtige klachten krijgen. Heb je het idee dat je baby hier last van heeft? Dan kun je een lactatiekundige raadplegen.
- Heeft je baby na de voeding vaak last van boertjes, waarbij er een mondje melk meekomt? Dan kun je hem misschien eens tijdens de voeding een boertje laten doen, bijvoorbeeld tussen het wisselen van de borst.
- Baby’s liggen graag vaak en veel aan de borst. Het geeft ze rust, geborgenheid, troost en nog zo veel meer. Sommige kleine genieters blijven daarom iets te lang aan de borst en krijgen wat te veel melk Wat er te veel in zit, komt er even later vaak weer uit. Op zich is dit geen probleem en het gaat meestal maar om een paar slokjes. Vaak voelt je baby zich achteraf beter.
- Ook kan er een overgevoeligheid of allergie aan de basis voor de reflux liggen. Zo kan het zijn dat de baby reageert op iets dat je het gegeten of gedronken. Dan zijn er naast reflux (vaak) nog andere symptomen. Heb je dit idee? Dan kun je een diëtist raadplegen om hierover uitsluitsel te krijgen.
- Soms voel je als moeder aan dat je baby vooral troost en rust aan de borst zoekt. Dan kun je misschien de meest lege borst aanbieden. Dat is de borst waar je baby als laatste aan heeft gedronken.
Ook een verkoudheid of tandjes kunnen ervoor zorgen dat meer wordt teruggegeven door een verhoogde speekselproductie.
En daarnaast kan ook een overproductie zorgen voor klachten van onder andere het teruggeven van (veel) melk. Heb je het vermoeden van overproductie? Dan neem je best contact op met een LLL medewerker en/of een lactatiekundige.
Gevolgen van melk teruggeven
Als je baby regelmatig een mondje teruggeeft, maar verder vrolijk is, zich goed ontwikkelt en de plasluiers voldoende nat zijn, dan hoef je niet bezorgd te zijn.
Dan is het teruggeven vooral een probleem voor je wasmachine en eigenlijk geen medisch probleem.
Maar soms is het ernstiger. Soms heeft een baby duidelijk last na de voeding. Omdat de melk samen met het maagzuur in de slokdarm terecht komt, kan het zijn dat je baby pijn heeft. Sommige baby’s overstrekken zich na de voeding, ze wenen en zijn moeilijk te troosten. De ene baby geeft vaak over, de ander doet dit niet, maar je kunt misschien zien aan de baby dat hij heel vaak slikt na de voeding.
Een baby kan zelfs moeilijkheden met de ademhaling krijgen (doordat de zure maaginhoud in de longen terecht kan komen). Hoe langer de situatie aanhoudt, hoe sterker de slokdarm aangetast kan zijn.
Rechtop
De meeste baby’s worden graag rechtop gedragen. Voor een baby die last heeft van reflux of teruggeven, is dit extra belangrijk. In landen waar baby’s de hele dag rechtop gedragen worden is reflux nagenoeg onbekend. Je zou je baby kunnen dragen in een draagdoek.
Ook ’s nachts kun je ervoor zorgen dat je baby niet volledig platligt. Als je baby dicht bij jou slaapt, dan kun je zijn hoofdje misschien op je arm laten rusten. Ligt je baby in een eigen bedje dan kan je zijn matras aan het hoofdeind verhogen, minstens met een hoek van 45º-60º graden. Naar veiligheid toe is dit echter wel zeer moeilijk te construeren. Laat de baby niet alleen en hou toezicht.
De meeste baby’s die overdag veel rechtop gedragen worden, kunnen ’s nachts het liggen beter verdragen. Ook tijdens het voeden kun je de baby een beetje rechtop houden.
Projectielbraken
In heel zeldzame gevallen is een vernauwing van de doorgang van de maag naar de darmen of een andere obstructie in het verteringsstelsel voor de reflux verantwoordelijk. Vaak gaat het dan om projectielbraken dat alsmaar frequenter voorkomt naarmate de baby ouder wordt of kan de baby helemaal geen voeding binnen houden. Uiteindelijk zal een baby die hiervan last heeft niet meer voldoende groeien en zelfs misschien uitdrogingsverschijnselen vertonen. Maak je je zorgen over het teruggeven van je baby, of wordt het steeds erger? Raadpleeg dan zo snel mogelijk een arts. Deze zal de nodige actie ondernemen en indien nodig jullie doorverwijzen naar een specialist.
Indikken
Als er reflux in het spel is, wordt er vaak aangeraden om de melk in te dikken of vroegtijdig te starten met vaste voeding. Men veronderstelde vroeger dat dikkere voeding moeilijker terug zou stromen naar de slokdarm, daarom werd er vaak aangeraden om de melk in te dikken. Ondertussen is geweten dat deze visie echter niet klopt. Wanneer de voeding is ingedikt, komt deze misschien minder vaak naar boven. Maar de vertering ervan duurt langer en dus heeft de melk langer de kans om naar boven te komen. Hierdoor kan de ingedikte voeding meer schade aanrichten aan de slokdarm. Indikken verbloemt de symptomen van de reflux, maar neemt ze niet weg.
Daarnaast, omdat het langer duurt om de voeding te verteren, bestaat de kans dat de baby niet meer voldoende melk, en daarmee niet meer voldoende voedingsstoffen, binnen krijgt.
Het verteren van ingedikte melk en vaste voeding kost trouwens vaak meer energie dan het gaat opleveren wanneer de baby er nog niet klaar voor is.
Starten met vaste voeding onder de zes maanden vanwege reflux is dan ook niet aangewezen. Ook het starten van speciale kunstvoeding voor reflux is niet nodig.
Stoppen met borstvoeding of afkolven is dan ook niet nodig.
Zowel indikken als ook starten met vaste voeding kan ervoor zorgen dat de melkproductie minder wordt omdat de melkvoedingen minder worden en/of vervangen worden.
Tijdelijk
Tenslotte is reflux en het teruggeven van melk een tijdelijk probleem. Vrijwel alle baby’s groeien in een paar maanden over hun reflux heen. Kindjes van de leeftijd van 2-4 maanden hebben gemiddeld genomen het meest last van teruggeven. Op de leeftijd van 6-12 maanden geven de meeste kinderen niet meer terug na een voeding. Het verteringsstelsel, vooral de spieren rond slokdarm en maag, zal zich alsmaar beter ontwikkelen. Straks kan je baby zelfstandig zitten en zo zelf zorgen dat hij niet te veel platligt. Misschien zal hij dan nog een hele tijd af en toe wat teruggeven, maar dit zal in veel mindere mate zijn dan de eerste maanden. Tot die tijd zijn frequente, kleine voedingen en veel rechtop gedragen worden het fijnst voor je baby.
Verder lezen:
Starten met vaste voeding
Voedingshoudingen
Bronnen:
Borstvoeding, compleet handboek voor ouders, La Leche League Nederland – 2014
Handleiding voor de zorgverlener, La Leche League Nederland – 2018
Infobrochure Reflux, La Leche League Nederland – 2012
https://www.llli.org/breastfeeding-info/reflux/, La Leche League International
© 2019, Lin Gentzis | La Leche League België-Vlaanderen vzw